Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Den gansen dag [11]verdraaien zij mijn woorden; al hun gedachten zijn tegen mij ten kwade. 11. Anders, bekommeren zij mijne zaken. Het Hebr. woord betekent smart, pijn, bekommernis aandoen, en ook formeren, fatsoeneren [zie Job 10:8], hetwelk een pottenbakker aan het leem met draaien en drukken doet; alzo schijnt David te willen zeggen dat zij hem verdriet aandoen met dagelijkse verkering en verdraaiing zijner woorden, die zij [om zo te spreken] een geheel ander fatsoen geven en met geweld in een valsen zin duiden om hem zwart te maken.